Samenvatting "Great at Work" Morten T. Hansen

Velen van ons geloven dat hard werken en dag in dag uit lange uren maken de sleutel tot succes is. Morten Hansen was een van deze mensen nadat hij afstudeerde. Hij werkte een aantal jaren 60 – 90 uur per week en verwaarloosde daarbij zijn privéleven en gezondheid. Tot hij ontdekte dat zijn teamgenote Nathalie betere resultaten boekte en nooit na 18:00 of in het weekend werkte.

Ondanks Hansens ervaring blijft het stereotype van de overwerkte, gestresseerde, goed presterende werknemer een populair filmstereotype. Deze mensen zetten hun zorgen opzij omwille van de zaken. Het onderzoek van Hansen toont daarentegen aan dat je geweldige resultaten kunt bereiken zonder belachelijk veel uren te werken. Het is mogelijk om werk-privé balans te bereiken terwijl je dit doet!

In 2011 lanceerde Hansen een uitgebreid en veelomvattend onderzoek om de geheimen van goede prestaties te ontdekken. Hij publiceerde zijn resultaten in het boek Great at Work: How Top Performers Do Less, Work Better, and Achieve More. Hierin legt hij uit hoe high performers verschillen van gewone presteerders doordat zij zich bezighouden met zeven work-smart principes.

In dit artikel vind je een samenvatting van dit boek Great at Work, waarin je leert hoe je deze zeven principes in je leven kunt toepassen.

Work-smart principe 1: Scope van je werk

 “Select a tiny set of priorities and make huge efforts in those chosen areas.”

Hansen's team ontdekte dat selectiviteit een belangrijk kenmerk is van toppresteerders. Terwijl de meeste productiviteitsexperts aanraden om prioriteiten te stellen, gaat Hansen nog een stapje verder. Hij adviseert dat als je wilt slagen, je zorgvuldig moet afwegen welke activiteiten de moeite waard zijn. Oftewel: definieer de scope van je werk.

Toppresteerders volgen het principe van "do less, then obsess". Ze zijn zeer selectief over hun doelstellingen, ideeën en samenwerkingen. Ze zetten zich in om werk van hoge kwaliteit te produceren zodra ze besloten hebben een bepaald project aan te pakken. Dit betekent dat ze ook vaak “nee” zeggen tegen anderen.

Volgens Hansen is het kiezen van een paar prioriteiten slechts de helft van de vergelijking. De andere helft is de harde eis dat je geobsedeerd moet zijn door in je gekozen aandachtsgebied uit te blinken.

Work-smart principe 2: Doelgerichtheid

“Focus on creating value, not just reaching preset goals.”

Hansen vertelt ons over het belang van het herontwerpen van je werk naar herontwerpen voor waarde. Vruchtbare herontwerpen zorgen niet alleen voor minder werkuren. In plaats daarvan veranderen ze hoe je werkt om meer waarde te produceren.

De typische methode om waarde te meten hangt af van het aantal doelen en taken die je voltooit. In deze context verwijst "waarde" naar hoeveel andere mensen profiteren van ons werk.

Hier zijn enkele voorbeelden van hoe je waarde kunt toevoegen:

Bron: Great at Work, Morten T. Hansen

Hansen noemt ook vijf manieren om waarde te creëren.

  1. Minder “fluff”: schrap activiteiten van weinig waarde;
  2. Meer juiste dingen: verhoog activiteiten van hoge waarde;
  3. Meer "Gee, whiz": creëer nieuwe activiteiten van deze laatste soort;
  4. Vijf-sterren rating: verbeter de kwaliteit;
  5. Sneller, goedkoper: doe sommige activiteiten efficiënter.

Work-smart principe 3: Learning Loop

“Eschew mindless repetition in favor of better skills practice.”

Morten Hansen heeft ook vraagtekens gezet bij de wijdverbreide overtuiging dat het beheersen van een vaardigheid 10.000 uur oefening vereist. Die regel lijkt waar te zijn voor echte experts in haar vakgebied (de beste voetballer, schaker, et cetera). Maar dat is niet wat top performers doen. Het toepassen van de "learning loop" is de beste manier om slimmer te worden terwijl je werkt. Vraag regelmatig feedback op je werk en gebruik die om je processen te verbeteren. Het is deze directe feedback, en het direct toepassen daarvan, die ervoor zorgt dat je zeer snel leert.

Stop nooit met leren terwijl je werkt! Zelfs als je elke dag dezelfde taken moet uitvoeren, vind dan nieuwe manieren om ze uit te voeren. Dit is het principe van "kwaliteitsvol leren": blijf je vaardigheden verbeteren en vermijd hersenloze herhalingen. Streef naar optimalisatie en efficiëntie, of verhoog juist je effectiviteit.

Work-smart principe 4: Innerlijke motivatie


“Seek roles that match your passion with a strong sense of purpose.”

De auteur bevestigt dat mensen die gepassioneerd zijn over hun baan beter presteren. Het bevestigt een populaire overtuiging dat je alleen grootsheid kunt bereiken door te doen waar je van houdt.

Echter, louter met passie werken is niet genoeg. Alleen degenen die de "P-kwadraat benadering" gebruiken en passie combineren met purpose zijn werkelijk succesvol.

Deze praktijk noemt Hansen "het bereiken van P-kwadraat," of "het combineren van passie en purpose". Passie verwijst naar een gevoel van opwinding en enthousiasme over het werk, terwijl purpose verwijst naar het leveren van waardevolle, betekenisvolle bijdragen aan anderen.

Passie en purpose op elkaar afstemmen geeft mensen meer energie dan ze in hun werk stoppen. Het gaat niet alleen om "meer uren" maar om "meer energie" per gewerkt uur.

Deze gedachtegang is echter niet nieuw. Het bestaat al even binnen het Japanse concept Ikigai, wat ons inziens een beter model is voor persoonlijke ontwikkeling.

Hansen noemt een paar manieren om je passies en doelgerichtheid uit te breiden:

  1. Ontdek nieuwe rollen binnen je huidige functie
  2. Vind passie uit verschillende bronnen (passie kan voortkomen uit succes, creativiteit, sociale interacties, leren, en competentie)
  3. Klim op de "doelpiramide": zoek manieren om meer waarde toe te voegen, en streef naar persoonlijk zinvolle activiteiten en activiteiten met een duidelijke sociale missie

Work-smart principe 5: Advocacy

“Shrewdly deploy influence tactics to gain the support of others.”

De "work-hard" conventie vertelt ons dat we veel tijd en energie moeten besteden aan het uitleggen van de verdiensten van onze zaak. Dat leidt ons tot enorme inspanningen om te communiceren en obstakels te overwinnen. Denk aan de vele rapportages en presentaties.

Hansen toont aan dat de beste presteerders "forceful champions" zijn, zij die anderen inspireren en slim werken. Zij creëren draagvlak, maar vermijden onnodig veel meetings. Ze gebruiken slimme technieken om mensen te beïnvloeden in het belang van haar projecten.

Forceful champions inspireren anderen op een van deze drie manieren:

  1. Ze maken hen enthousiast over morgen en gefrustreerd over vandaag
  2. Ze laten mensen een doel voelen, door het dagelijkse werk te verbinden met een groter doel
  3. Forceful champions tonen slim doorzettingsvermogen om de oppositie te breken en steun te verwerven voor hun projecten

Work-smart principe 6: Rigoureuze teamwork

“Cut back on wasteful team meetings, and make sure that the ones you do attend spark vigorous debate.”

Debatten zijn een geweldige stimulans voor teamvergaderingen.  Mensen moeten zich vrij voelen om zich te uiten. Confrontatie is nodig om de meest innovatieve ideeën naar boven te halen en goede beslissingen te nemen. Debatteren vereist verschillende standpunten, dus het samenbrengen van mensen met verschillende achtergronden en denkwijzen zal de beste resultaten opleveren.

Je moet ook specifieke vragen stellen zodat je teamgenoten zich vrij kunnen uitdrukken. In plaats van te vragen: "Hebben we nieuwe ideeën?", vraag je: "Hoe kunnen we deze dienst verbeteren?".

Ongeacht meningsverschillen moet het team samenwerken. Zorg ervoor dat elk teamlid zich inzet om het besluitvormingsproces uit te voeren en de beslissingen van de teamleider te respecteren.

Work-smart principe 7: Gedisciplineerde samenwerking.

“Carefully pick which cross-unit projects to get involved in, and say no to less productive ones.”

Samenwerking wordt als efficiënt beschouwd, en we geloven vaak in hoe meer, hoe beter. High performers, aan de andere kant, niet meer maar minder samen. Zij zullen alleen samenwerken als het hun projecten en die van hun potentiële partners ten goede komt. Ze sparen tijd en energie uit voor productievere activiteiten.

Volgens deskundigen moeten organisaties silo's elimineren, netwerken opbouwen en een verscheidenheid aan high-tech communicatiemiddelen gebruiken.

Wat Hansen ons leert is dat te veel samenwerking net zo slecht is als te weinig samenwerking. Het doorbreken van silo's is niet het antwoord. In plaats daarvan hebben we een ander antwoord nodig. Gedisciplineerde samenwerking helpt je effectief samen te werken en te presteren.

Wat als je met een groep moet werken? Hoe leidt je vergaderingen om er het beste uit te halen? Voordat je een meeting inplant, adviseren top performers dat je zorgvuldig afweegt of het echt nodig is. Als dat zo is, zorg er dan voor dat de tijd die je samen doorbrengt de meeste waarde oplevert.

Nawoord

In zijn nawoord besluit Hansen met de opmerking dat iedereen een top performer kan worden. Als we deze methode volgen, kunnen we volgens hem de balans tussen werk en privé bereiken, productiever worden en een gelukkiger leven leiden.